Stagegeschiktheid

Assessment/stagegeschiktheidsonderzoek

De keuze voor een stageplek voor een leerling wordt niet zomaar gemaakt. Voordat een leerling gaat stagelopen moet er een stagegeschiktheidsonderzoek (assessment) afgenomen worden om te bepalen op welk gebied de voorkeur van de leerling ligt en wat realistische mogelijkheden zijn.

Het assessment bestaat uit de volgende onderdelen:

Afbeeldingen Werkzaamheden Interesse Test (AWIT): Bij deze test wordt gekeken op welke werkplekken leerlingen stage zouden willen lopen. De test, die is ontwikkeld door OCTANT, werkt met duidelijke foto's waaruit de leerlingen een keuze maken.
Wat vind ik van school? Bij deze invullijst wordt een duidelijk beeld verkregen van hoe een leerling over zichzelf, de medeleerlingen en de school denkt. De screeningslijst is verkrijgbaar bij Swets en Zeitlinger.
Screeningslijst Goldsteintraining: Deze lijst wordt ingevuld door de mentor en geeft een goed beeld van hoe sociaalvaardig de leerling is.
Kennismakingsgesprek: Tijdens het kennismakingsgesprek wordt gekeken welke aspecten er bij de leerling nog ontwikkeld moeten worden om een goed sollicitatiegesprek te kunnen voeren.
Stageanalyse Praktijkschool: De mentor vult een lijst in, deze geeft een goed beeld van zaken die belangrijk zijn voor het stagelopen zoals: zelfstandig reizen, persoonlijke verzorging, enz..
Videoband met rollenspel: De leerlingen maken na het kijken van de film een aantal vragen die betrekking hebben op het rollenspel. Hierbij wordt gekeken of de leerlingen op een juiste wijze observeren, interpreteren en de essentie kunnen weergeven.
Arbeidsproeven: Deze bestaan uit negen onderdelen, waarbij gekeken wordt naar: instructie, aanpak en houding algemeen, motorische vaardigheden, concentratie, feedback, nauwkeurigheid, eigen initiatief, houding en tempo.
Vervolgens bekijken assessoren (degenen die het onderzoek hebben afgenomen) op grond van de onderzoeksgegevens of een leerling stagerijp is. Hiermee wordt aangegeven dat een leerling er aan toe is om stage te lopen.
De volgende zaken spelen hierbij een rol:
*voldoende arbeidsvaardigheden
*zelfstandigheid
*sociaal voldoende vaardig zijn
*zelfstandig kunnen reizen
*gemotiveerd zijn
*bereid zijn om aan te pakken
*lichamelijk sterk genoeg zijn om een werkdag aan te kunnen

De assessoren bespreken de uitslag van het onderzoek met de mentoren en bepalen aan de hand van de uitslagen op welk niveau (A,B,C,D) en in welke richting een stageplek gezocht moet worden. De uitslag wordt besproken met de leerling en de ouders worden hiervan op de hoogte gesteld.

De stagebegeleider doet een voorstel aan de ouders/ verzorgers en de leerling. De stagebegeleider regelt de kennismaking met de begeleider op het bedrijf/ bij de instelling en maakt afspraken over bijv. begin- en eindtijden, pauzes, taken, speciale kleding. De stageovereenkomst wordt opgemaakt en ondertekend door de ouders/ verzorgers, de leerling, het bedrijf/ de instelling en de school.
Deze website is gerealiseerd door Heutink ICT